Solitaire jager of sociaal groepsdier?

Is de kat nu een solitair levend dier of verblijft hij toch liever in een groep? Vraag het 10 mensen en je krijgt 10 verschillende antwoorden!

Voor mijn opleiding tot gedragstherapeut voor katten heb ik onderzoek gedaan naar het stress-niveau bij katten in kattenhotels. Hieronder een beknopte weergave uit dit afstudeer-onderzoek:

Nog regelmatig wordt er discussie gevoerd of katten nu solitaire- of groepsdieren zijn. Nagenoeg iedereen is het er wel over eens dat de wilde voorouder van onze gedomesticeerde huiskat van oorsprong solitair is; hij jaagt alleen, eet alleen en deelt z’n territorium niet. Toch worden er in het wild ook katten in een groep gezien, al is dat alleen als er een bepaald voordeel voor henzelf te behalen is: voortplanting, voedsel of status. Katten verdedigen hun groep niet gezamenlijk; de kat kent geen groepsbelang.

Ondanks de solitaire oorsprong, tonen gedomesticeerde katten sociaal gedrag naar soortgenoten en naar mensen, wellicht t.g.v. het proces van de domesticatie (Turner 1988)? Een onderzoek onder vrij levende, verwilderde gedomesticeerde katten toont aan dat deze katten in een sociale kolonie leven, meestal rondom een voedselbron (Bradshaw 1992). Dit zijn vooral aan elkaar verwante vrouwelijke katten met hun vrouwelijke nageslacht inclusief de onvolwassen katers. Katten kunnen leden van de kolonie herkennen, net als niet-leden van de kolonie. Niet-leden worden niet zonder meer toegestaan en vaak wordt agressie ingezet tegen niet-leden als zij zich toch in de groep willen mengen.

Geforceerde groepshuisvesting in een kattenhotel is echter niet vergelijkbaar met een sociale kattenkolonie, op z’n minst vanwege de onvrijwillige basis die hieraan ten grondslag ligt.

Katten die voor een tijdelijk verblijf in een kattenhotel worden geplaatst, zijn in de meeste gevallen niet aan elkaar verwant en het zijn vaak evenveel (gecastreerde) mannelijke als vrouwelijke dieren. Ze worden uit hun bekende leefomgeving en territorium gehaald en vaak zonder introductie in een reeds gevormde groep onbekende en niet verwante katten geplaatst. Dit heeft instabiliteit van de groep tot gevolg en beïnvloed op een negatieve wijze de voorspelbaarheid en controleerbaarheid van de omgeving van de katten, wat een hoge mate van (chronische) stress kan veroorzaken.

In de vrije natuur zullen onbekende katten die elkaar ontmoeten aanvankelijk behoedzaam en met enige vijandigheid naar elkaar reageren. Zij zullen elkaar daarna proberen te ontwijken om een conflict te voorkomen waarna een wederzijds vermijden zal volgen. Daarvoor is ruimte nodig, iets wat binnen de beperkte afmeting van een kattenkamer in een kattenhotel meestal niet aanwezig is. Een niet te vermijden en onoplosbaar conflict kan het gevolg zijn.

Er zijn ook kattenhotels die katten single huisvesten. De achterliggende gedachte is dat ziekten hierdoor een verminderde kans hebben om zich te verspreiden (geen direct kat-kat contact) en deze manier van huisvesten geeft een optimale controle van de individuele kat v.w.b. voedsel- en vochtopname en algehele lichamelijke conditie (hoeveelheid en kwaliteit urine en ontlasting) gedurende het verblijf.

Het single huisvesten roept echter ook vragen op: hoeveel stress levert het de katten op om ze in een zeer beperkte ruimte te zetten? Wordt hierdoor de behoefte om hun natuurlijke gedrag uit te oefenen, niet te veel beperkt? Is er voldoende mentale uitdaging?

Vanuit de verzamelde informatie kan ik met zekerheid zeggen dat het stressniveau bij groepsgehuisveste katten hoger ligt dan bij single gehuisveste katten (bij een verblijf niet langer dan 4 weken). Mijn hypothese is dat het stressniveau hoger wordt naarmate de groep katten groter wordt, bij een vergelijkbare groepsdichtheid vanwege een hogere mate van instabiliteit (meer wisselingen binnen de groep) van de groep en de grotere kans op onoplosbare conflicten.

Met dank aan o.a.: John Bradshaw - DS Ottway and DM Hawkins - MR Kessler and DC Turner - Tinley Academie

Op March 19, 2017